Zuid Noord, Vietnam Bekoort!

Beginnend in Ho Chi Minh City (HCMC) in het zuiden van Vietnam zijn we in ongeveer zes weken naar Hanoi in het noorden gereisd. Al direct in HCMC (ook wel Saigon genoemd) werd een groot deel van onze indruk van Vietnam vastgelegd. De grote hoeveelheid scooters en bijbehorend uitlaat- en toetergeweld was niet te missen en in heel Vietnam ook haast niet meer te vermijden. De veelkleurige helmpjes schieten overal door de straten, soms met hele gezinnen op Ă©Ă©n brommert. Oversteken is dan ook een crime en gebeurt stapje voor stapje, maar als je een constant tempo aanhoudt weten de bestuurders je in het algemeen te ontwijken. Vooral in HCMC en in de hoofdstad Hanoi kunnen er zich overweldigende hordes gemotoriseerde tweewielers verzamelen voor een rood licht, om bij groen licht een eventuele oversteek te voet compleet onmogelijk te maken. In Hanoi zijn we nog aangesproken door een wildvreemde westerse man: “Hee, ik zag jullie gisteren oversteken. Ik was blij dat jullie de overkant haalden!”.

Nouja, nadat we al in HCMC met zijn tweeĂ«n in een fietstaxi tegen het verkeer in zijn gereden waren we wel wat gewend. De man had iets te korte benen om goed bij de trappers te kunnen en heeft ons zodoende in traag tempo naar het Reunification Palace gebracht. Dit paleis, waar in 1975 een tank van het Noord Vietnamese leger door de poort kwam geraasd om van Vietnam weer Ă©Ă©n land te maken, was ons eerste contact met de overblijfselen van de Amerikaanse Oorlog. Ondanks dat in het paleis sinds die tijd niets meer is veranderd en de radiotoestellen en tactische kaarten nog steeds in het commandocentrum in de kelder liggen, kregen we een beter beeld van de oorlog in het War Remnants Museum. Misschien een iets te goed beeld, want bij de uitgebreide fotoreportage ‘Requiem’ vond Anne het na 5 minuten wel mooi geweest met al die gruwelijke beelden. Hoewel het museum door Vietnamezen is opgezet en zelfs eerst ‘Museum of American War Crimes’ heette, is deze fotoreportage een collectie van foto’s van beide zijden en er is niet bepaald censuur toegepast. Daardoor werd vrij grafisch duidelijk hoe beide partijen oorlog hebben gevoerd. Iets plezieriger was onze trip naar de Cu Chi Tunnels, een tunnelnetwerk van de Vietcong dat zich over 250 kilometer uitstrekte, zelfs tot in een Amerikaanse legerbasis. Hier konden we door tunnels kruipen of ons verstoppen in Ă©Ă©n van de goed gecamoufleerde mangaten waar het terrein mee bezaaid lag. Teruggekomen in het hotel stond ons die dag een verassing te wachten.

Van andere reizigers hadden we al begrepen dat Vietnamezen praktisch altijd op je geld uit zijn. Wij hebben inmiddels geconcludeerd dat ze inderdaad slim en zakelijk zijn en sowieso altijd proberen om aan je te verdienen. Soms op een aardige manier, soms minder aardig. Onze hotelmanager was minder aardig, want hij ‘had een reservering’ en wilde voor deze nacht $14 in plaats van de $12 die we ‘s ochtends al betaald hadden. Daarbij loog hij dat we de prijs maar voor Ă©Ă©n nacht hadden afgesproken. Dus wij zochten om acht uur ’s avonds een nieuw hotel en vonden er Ă©Ă©n voor $11. Toen we terugkwamen om de spullen te halen was alles ineens weer goed en ‘sorry, sorry’, maar hij had lopen liegen dus we eisten ons geld terug en zijn verhuisd.
Het kan echter ook aardig, want in Hoi An (nee, Hoi San hebben we niet meer gevonden) fietste een vrouw die ik had afgewezen voor een massage met ons mee om een hotel te zoeken. De man die nog kamers beschikbaar had zag onze bedrukte gezichten toen hij zijn prijzen ($15 voor toeristen, $12 voor Vietnamezen) op het bord aanwees. Hij spiekte de gang met de kamers in of er niemand was en fluisterde toen: ‘Twelve dollar. Sjssssst’ met zijn vinger op zijn lippen.
Zo’n bord was trouwens nieuw voor ons en meestal is het verschil tussen de toeristenprijs en de prijs voor locals niet zo transparant. Behalve als de winkelvrouw met haar rug naar je toe staat en zegt dat je 15.000 dong moet betalen, wat ineens 25.000 wordt als ze zich omdraait en je bleke gelaat in de smiezen krijgt. Met spijt achteraf heb ik het laatstgenoemde bedrag betaald. Het is ook niet zoveel geld, maar het gaat om het principe. Stel je eens voor dat je in Nederland iedere allochtoon twee keer zoveel gaat vragen

De boot van Hoi An naar Cham Island was zelfs vier keer zo duur als voor Vietnamezen! Gelukkig waren er op het bovendek stoeltjes, want beneden werd het helemaal vol gezet met bier, fris, fruit, eenden, brood, fietsen en scooters. En dan wordt Anne nog zeeziek ook voor dat geld.
Op het eiland zelf zijn we vanaf de boot bij een meneer op de scooter gestapt die ons naar zijn homestay bracht. We kregen een kamer die bovenop het huis was gebouwd en zodoende uitzicht had op zee. In de kamer lag alleen een matras op de grond en er stond een ventilator, maar het balkon met hangmat liet verder niets te wensen over. Het bijna verlaten strand overigens ook niet. ’s Avonds ging de karaoke (KEI-hard) aan, ook in onze benedenverdieping. Hele vriendengroepen staan iedere avond om beurten in de microfoon te blùren terwijl de rest met een biertje aanmoedigingen roept. Gelukkig viel regelmatig de stroom uit. Helaas viel dan ook onze ventilator uit.
Op de terugweg was er op de boot een opstand onder de toeristen waardoor de schade tot twee keer zoveel betalen is beperkt. Tevens had Anne een duik in onze uitgebreide EHBO kist genomen, waardoor de pillenvoorraad enigszins is geslonken en Anne’s zeeziekte uitbleef. De boot stond wel weer vol met spullen, hoewel de meeste flessen nu leeg waren.

In Vietnam wierpen we onze eerste blik sinds lange tijd weer op de zee. Onze eerste strandplaats was Mui Ne, waar ons guesthouse aan de zee stond en we iedere dag op het strand hebben gelegen. Ik heb nog een uurtje gesurft op een deur van een bord met een klein zeiltje om er weer in te komen. Dat was niet onverstandig want na dat uur was ik uitgeput. Anne kreeg op een avond in een café nog een lied aan haar opgedragen van zanger Led Mendoza. Dit werd akoestisch en in het donker gespeeld, want de stroom was uitgevallen. Heel romantisch

De tweede strandplaats was het toeristische Nha Trang, waar we direct de eerste avond goed op stap zijn geweest met Joost (NL), Öwen (Noor) en Gerjon Doll uit Groningen en zijn vriendin. Die laatste twee kwamen we zomaar tegen op het strand!
Dit was ook de plaats waar we Anne haar verjaardag hebben gevierd met een duiktrip. Zodoende moesten we vroeg opstaan en kwam mijn ontbijt op bed pas de volgende dag. Het door Anne zo begeerde taartje bleef echter uit. Deze hebben we pas 24 dagen later in Hanoi gehad. Sorry, terug naar het duiken. We kregen onze opfriscursus op de boot en stonden daarom zo’n drie kwartier zeeziek op het achterdek naar onze allervriendelijkste en -geduldigste Vietnamese instructeur te luisteren. Onze eerste duik was voor Anne vooral spannend omdat we van de boot moesten springen. Ik werd zelf bij het onder water verdwijnen onrustig. Gelukkig kreeg ik genoeg tijd om te wennen en om het klaren weer onder de knie te krijgen. Na een aantal opfris-oefeningen onder water hebben we nog rustig rondgekeken naar het kleurrijke koraal en de (in vergelijking met Curaçao weinige) vissen. Joost had na zijn eerste duik de Advanced Course afgerond en ging de tweede duik met ons mee voor de fun. Ook deze duik zagen we mooie koralen, een paar vissen en een grote kreeft. We vonden het weer onder water zijn heel leuk en relaxed. Bij terugkomst kregen we nog een biertje van de duikschool voor Anne’s verjaardag. Hierna mocht Anne kiezen wat we gingen eten: Indiaas. Dat is Ă©Ă©n van onze favorieten geworden. ’s Avonds hebben we de dag met nog een paar biertjes afgesloten.
Naast ons hotel zat overigens een Grieks restaurantje van ongeveer 3 m2 met twee tafeltjes op de stoep die lekkere souvlaki’s serveerde.
Quy Nhon was de derde plaats aan het strand. Dit is niet bepaald een toeristisch oord, sowieso niet voor westerse toeristen. Misschien is het omdat ze niet aan westerlingen gewend zijn dat we ons hier zelfs gediscrimineerd hebben gevoeld. We werden namelijk uit een cafĂ© gejaagd, Anne kreeg zonder blikken of blozen een emmer vieze prut over haar benen gegooid en op het strand werden we met modder bekogeld. De hoteleigenaar was daarentegen aardig. Ik had de prijs per nacht van $10 naar $9 weten te krijgen als we alleen de ventilator gebruikten. Maar toen ik de volgende dag na drie maal drie trappen zwetend uit alle hoeken van mijn lijf beneden stond zei de beste man: “You get airco for free. We are from Vietnam, not so hot. For you it’s too hot.”. Dank u! We zijn daar toch nog zes dagen geweest en gingen iedere dag op het eind van de middag zwemmen met hele hordes Vietnamezen. De vrouwen stappen overigens zonder problemen met hun kleren aan de zee in. En daarna weer op de scooter.

Na Quy Nhon hebben we alleen op het eerder genoemde Cham Island nog strand gezien in Vietnam. Wel zijn we nog de zee op geweest voor een boottrip naar Halong Bay. De Karst gebergten in het water waren indrukwekkend en het was mooi weer. Hoewel zeeziekte bij Anne uitbleef deed dit keer de lunch geen goede zaken. Wat is dat toch met de lunch tijdens tours? (zie LA-LA-LA-LAOS!) Die is er dus vanaf de boot nog uitgekomen vlak voor we bij een grot aanlegden. Die grot heeft Anne haar ontbijt mogen ontvangen (een pinguĂŻn-afvalbak had de dag van zijn leven).

Ik heb nog niets verteld van de geneugten van de Vietnamese keuken. Het traditionele ontbijt PhĂČ BĂČ (spreek uit: feu beu, maar doe verder geen moeite want de zes verschillende toonvariaties maken deze taal voor ons praktisch onuitspreekbaar) is noodlesoep met bief en best te hachelen als je van noodlesoep houd. Dat doen wij niet. We hebben nog ontelbare verhalen over het eten, zoals de smurfensnotsoep in Dalat en de ratten die we in en om verschillende restaurants (lokalen, pizzeria’s en KFC incluis) hebben gespot, maar laat ik het bij de lekkere dingen houden. Zo zijn de fried noodles over het algemeen goed, vooral de Cao Lao in Hoi An. Ook de gekaramelliseerde vis in kleipot vergeten we niet snel meer. Daarnaast hebben ze in Vietnam heerlijke koffie die een beetje naar chocola smaakt. En je drinkt cola uit een zakje (soms). Oeps, zou ik toch bijna de typisch Vietnamese en overheerlijke spring rolls (loempia’s) vergeten!

Uit Hue ben ik jullie nog een paar verhalen verschuldigd. Hier zaten we namelijk in het Funny Hotel en de hotelmanager was ook echt funny. Helemaal toen het nieuwe tourbureau in de lobby werd geopend op de dag dat wij zouden vertrekken. Hij ving ons ‘s ochtends dronken onderaan de trap op en riep tegen Anne: “You can’t leave! I will die if you go!”. We waren daar twee dagen geweest en hadden Ă©Ă©n dag de oude ommuurde Citadel bekeken. De andere dag waren we naar een soort Colosseum gereden waar de keizer ooit olifanten tegen tijgers liet vechten. Omdat de olifant de monarchie vertegenwoordigd werden de klauwen van de tijger, die rebellie vertegenwoordigd, verwijderd en won de olifant altijd.
Na deze geschiedenisles waren we klaar om naar Hanoi te gaan. Hier wilden we ons visum voor India aanvragen maar dit is na drie bezoeken aan de ambassade niet gelukt. Die lui weten zelf niet wanneer ze open zijn, laat staan dat je iets aan de website hebt. Ondertussen hadden we vanwege de aanvraag al wel alle vliegtickets geregeld en zaten we een week vast in een stad die we niet heel leuk vonden. De verschillende gildebuurten in het oude centrum en het tripje naar Halong Bay hebben nog wat afleiding kunnen brengen. Verder hebben we met werken, dingen uitzoeken en schrijven de dagen tot onze vlucht naar Bangkok vol gemaakt. Gelukkig staan er twee weken vakantie op een eiland in Thailand op het programma!

Zijn jullie allemaal al op vakantie geweest? Of zijn alle vakanties compleet verregend? En hoe is het met de verschillende afstudeeronderzoeken, zwangerschappen en trouwplannen? Ik noem maar een zijstraat. Als je nog tijd hebt na het lezen van dit uitgebreide verslag, schroom dan niet om ons een update te sturen. We horen het graag!

De groeten!
Anne & Sander

Cambodja – Cambodnee?

Vanaf Laos zijn we naar Siem Reap (Cambodja) gevlogen. Ons werd verteld dat er geen directe bussen reden naar Siem Reap. Dit is dus niet waar. Balen, want het had 80% van de kosten gescheeld. Nu scheelde het 13 uur in een brakke bus. Aangekomen op het vliegveld van Pakse werden we als achtergebleven schapen opgejaagd: ‘Jullie zijn laat! Iedereen is er al, dus als jullie even willen opschieten, dan kunnen we vertrekken! Hup!’ Laat? Hier gaan vliegtuigen dus gewoon als iedereen aanwezig is!

Aangekomen in Cambodja maakten we direct kennis met Ă©Ă©n van de waarschuwingen in de Lonely Planet: tuktuk-drivers weten niet altijd waar je heen wilt, ook al zeggen ze van wel. Ondanks dat wij 20 keer hadden gevraagd of hij wist waar het was en we het 50 keer op de kaart hadden aangewezen, wist de tuktuk-meneer ons nog bij het verkeerde hotel af te zetten. Voordeel voor hem: een toelage omdat hij klanten had gebracht. Nergens stond de naam van het hotel, dus wij lieten het visitekaartje zien van het hotel waar we heen wilden en de man achter de balie zei: ‘Yes, that’s me, that’s here!’ We kwamen er dan ook pas achter dat we verkeerd zaten toen we met de kaart op pad gingen
 Als we in dit hotel zijn, dan moet hier een weg naar links gaan en dat doet het niet
 Er klopte niks van! Uiteindelijk een straat gevonden met een naambordje en toen werd het dus duidelijk. Iedere tuktuk-driver was nu verdacht, dus gingen we lopend op zoek naar het juiste hotel. Daar was het heel gezellig en ze hadden de volgende dag een kamer vrij
 In het foute hotel werd ik ’s avonds ziek. De volgende dag uitgecheckt, geld teruggeĂ«ist en verhuisd naar het andere hotel. Dikke prima!

Wel bleef ik vijf dagen ziek. Sander had het er maar druk mee! Naast mij verzorgen zorgde Sander er ook voor dat de computers op een plattelandsschool opgeschoond werden. Op de school was momenteel een overschot aan vrijwilligers voor het geven van Engelse lessen, maar er was geen computerman. Dus toen kon Sander toch nog mooi helpen! De televisie bezorgde mij de laatste dagen wat afleiding. Terwijl we aan het zappen waren hoorde ik opeens de stem van Mart Smeets! BVN op tv! Zo hebben we stukjes van de Tour de France gezien en ook het TROS muziekfestival! Wat een feest om mee te kunnen zingen (vals) op Nederlandse liedjes!

Dit zorgde voor een hoop energie en ik was wel klaar met het ziek zijn: hop, naar de markt! Geen goed idee
 Sander heeft me zowat naar het hotel terug gedragen. Ik zat de laatste dagen in Laos al met Nederland in mijn hoofd en als je ziek bent is dat alleen maar meer aanwezig! Maar goed, toen ik Ă©cht beter was kon het genieten direct weer beginnen! Met een biertje in de hand hebben we honderden vissen aan onze voeten laten happen. Het biertje viel bijna in het bad, omdat we zo hard moesten lachen! Menig Cambodjaan kwam kijken wat er aan de hand was, want eigenlijk waren we net twee kleuters die heel hard aan het gillen waren.

De reden van ons verblijf in Siem Reap was Angkor Wat. Angkor Wat is een HindoeĂŻstische tempel en wordt beschouwd als het grootste religieuze bouwwerk ter wereld. De tempel is 65 meter hoog en heeft een oppervlakte van 1km2. Om vijf uur ’s ochtends vertrokken we om de zonsopgang te zien bij Angkor Wat. Het vroege opstaan was de moeite waard! Bijna hadden we de zonsopgang gemist door een dikke boom die ons uitzicht beperkte, maar gelukkig hadden we dat net op tijd door. Na zonsopgang zijn we door ge-tuktukt naar Angkor Thom. Dit was het administratieve en religieuze centrum van het Khmer-rijk. Binnen Angkor Thom staat het Bayon. Deze tempel is een weerspiegeling van het tussenstadium tussen hemel en aarde. Wij vonden het erg gaaf met de 204 lachende gezichten die het Bayon rijk is. We waren daar rond zeven uur ’s ochtends, dus langzaamaan kwam de zon op de gezichten en er waren maar vier andere toeristen die we amper tegenkwamen. Voordat we terugkeerden om Angkor Wat nog wat beter te bekijken hebben we een bezoek gebracht aan Ta Prohm. DĂ© tempel die gebruikt is voor een Tomb Raider film. Ta Prohm is totaal overwoekerd door bomen en hun wortels. In 1186 zijn 80.000 arbeiders begonnen met het bouwen, toen wij er waren hoorden we overal getik, net alsof we terug in de tijd gingen. De renovatiewerkzaamheden gaan namelijk met de hand en daarbij wordt elke steen in de goede vorm gehouwd. Ook was Ă©Ă©n boom erg in trek, wij vonden het maar raar: ‘Er staan zoveel mooie bomen, waarom deze?!’ Ik kom er nu achter dat dat waarschijnlijk dĂ© Tomb Raider boom was


Naast alle leuke dingen moet er soms ook een wasje gedaan worden. Soms doen we dat zelf, soms besteden we dat uit. Normaal gaat uitbesteden goed, nu niet. Bij het terugkrijgen van de was mist mijn legging! Gestolen! Sander heeft dan ook twee weken lang mijn eigengemaakte hit over de gestolen legging aan moeten horen. Dit zal ik jullie besparen. Mijn legging bleek niet als enige vermist te zijn, drie andere dames misten ook hun legging.

Van Siem Reap gingen we per bus naar Phnom Penh. Ook hier hadden we niet echt geluk met het hotel: het stond er niet meer! Wij naar die ernaast, eerste indruk: wel prima. Totdat je tot rust bent gekomen: die lucht! Na wat onderzoek vond Sander enkele inktvissen die lagen te drogen in de zon
 En dan het behang! Het zat overal: op de muur, op de deur, op de kozijnen, in de douche, op het plafond, op de vloer! Schijnbaar hielden ze ook van triplex, als je moest niezen moest je de muren vasthouden. Dus de volgende dag zijn we maar weer verhuisd. Dat was een hele opluchting!

In de hoofdstad hebben we in de tuin van de koning gelopen en een bezoek gebracht aan het hoofdkwartier van de boeddhisten in Cambodja; grote tempels, veel goud en veel monniken. Het Tuol Sleng Museum heeft echter de meeste indruk op ons gemaakt. De gevangenis waar het museum is wordt ook wel S-21 genoemd. Van 1975 tot en met 1979 heeft de Khmer Rouge hier, onder leiding van Pol Pot, 17.000 mensen vermoord door middel van marteling, ziekte en uithongering. In die periode zijn in heel Cambodja tussen de Ă©Ă©n en drie miljoen mensen vermoord. Het museum bestond vooral uit kamers met foto’s van de gevangenen bij binnenkomst en bij overlijden. Na de bevrijding in 1979 vluchtten de leiders van de Khmer Rouge naar Thailand. Pas in 2007 zijn er enkele leiders opgepakt, zij zitten nu in de gevangenis. Pol Pot is nooit opgepakt of gestraft, hij overleed in 1998.

Na deze dag hadden we zin in iets vrolijkers. Sander wilde graag naar de Phnom Tamao Zoo; anderhalf uur in een tuktuk. De driver ging met ons mee naar binnen, want voor Cambodjanen is het gratis. Bij aankomst begon een jongen van onze leeftijd tegen ons aan te praten om zijn Engels te oefenen, verder niets (dit verzekerde hij ons). De dierentuin bestond uit dieren die gered waren uit de handen van jagers. Zo was er bijvoorbeeld een brutale olifant met een prothese-poot die ons bekogelde met stenen. De leeuwen zaten gelukkig achter gaas, zodat ze Sander niet aanvielen toen hij als een wilde om het hek heen ging rennen. De makaken deden het wat dat betreft beter met die hitte, die plonsden na elkaar in het badje in hun verblijf. Verder waren er onder andere nog tijgers, krokodillen, luipaarden, pythons en slingerende, krijsende gibbons. De jongen die zijn Engels wilde oefenen stak na een uurtje zijn hand uit. Wij gaven hem drie dollar (een uurloon in Cambodja is gemiddeld 90 dollarcent). Hiermee ging hij echter niet akkoord, hij wilde vijf dollar: ‘Ik moet morgen weer naar school en het is tien kilometer rijden en benzine is duur.’ Nou weten wij toevallig dat je met drie liter benzine, à la $1,50, honderd kilometer kunt rijden. Daarna voerde hij aan dat zijn Engels ook heel belangrijk voor de dieren was. Toen hebben we hem uitgezwaaid. Na zijn rondleiding konden we zelf nog rondslenteren. Op de terugweg regende het knetterhard dus het tentje om de tuktuk ging naar beneden. Onze arme driver had geen poncho, dus was binnen twee tellen doorweekt. Onderweg stopte hij en ging met een plastic tas in een sloot staan, draait zich om en roept: ‘Even het koelwater bijvullen!’. Wij bleven binnen in ons tentje zitten


Onze laatste opmerkelijke gebeurtenis in Cambodja: ‘De bus van 8.30 uur zat al vol, dus ik heb jullie ingepland om 6.00 uur ’s ochtends. Hier zijn jullie tickets!’ Huh? Die ochtend hebben we er een half uur over gedaan om te beslissen dat we de bus van 8.30 uur zouden nemen in plaats van 10.15 uur, zelfs nog grappen gemaakt tegen de jongen achter de balie over dat we niet houden van vroeg opstaan
 Hij zal wel gedacht hebben: luie toeristen! Al met al was Cambodja voor ons een beetje Cambodnee (met uitzondering van Angkor Wat en de olifant die plotseling langsliep toen we midden in de stad op een terras zaten), dus we vonden het ook niet zo erg om zo vroeg te vertrekken naar Vietnam!

Hoe is het in Nederland? Is het weer nog iets beter geworden en hebben jullie nog wel een soort van vakantiegevoel kunnen krijgen? De scholen/het werk weer begonnen? Kortom: hoe is het met jullie en wat houdt jullie bezig?

Liefs, Sander & Anne

LA-LA-LA-LAOS!

Als reiziger ga je op in de meute van backpackers en toeristen. In Rusland zou het nog mogelijk zijn geweest om je toerist-zijn te ontkennen en je anoniem en onopvallend in de bevolking te mengen. Ware het niet dat wij met een felgroene en felblauwe jas tussen de grauw geklede russen liepen. Nu we in AziĂ« zijn vallen we sowieso op als toeristen. We hebben nu eenmaal geen spleetogen, zwart haar en getinte huid. Al is dat niet waar ze je hier op afrekenen. Voor de Laotianen is het kenmerkende aan een ‘falang’ dat hij een spitse neus heeft in plaats van een platte brede; een verschil dat ons zelf nog absoluut niet was opgevallen. Maar goed, ik dwaal nu al af. Het punt was dat je als toeristen bij elkaar Ă©Ă©n groep vormt in een land, haast als een etnische minderheid. Je praat allemaal Engels met elkaar, je hebt allemaal ‘veel geld’ en je wordt allemaal lastiggevallen door tuktuk drivers met de vraag of je naar de watervallen, de grotten of de riverside wilt. Gelukkig is er een manier om je binnen deze groep te onderscheiden: je nationaliteit. Wanneer je iemand tegenkomt met eenzelfde spitse neus als je zelf hebt, is dus vaak de eerste vraag: “Where are you from?”. Deze vraag wordt overigens ook vaak gesteld door tuktuk drivers en straatverkopers om je aan de praat te krijgen en zo wat sympathie te wekken om zaken met je te kunnen doen.

We vroegen het bijvoorbeeld ook aan de Duitsers die bij ons in de sleeperbus van Kunming (China) naar Luang Prabang (Laos) zaten. Of lagen eigenlijk. We deelden in deze bus heel luxe een breed bed met zijn tweeën. Heel wat beter dan onze laatste sleeperbus ervaring. Bij de grensovergang zagen we, tijdens het aanvragen van een visum voor Laos, de grootste sprinkhaan ooit! Ja hoor, we zijn nu echt in de tropen. Toen we verder Laos in reden zagen we dorpjes van rieten hutten op palen, loslopende zwijntjes en loslopende blote kindertjes langs de slingerende bergweg. De stad Luang Prabang maakte op ons direct een warme indruk. Letterlijk en figuurlijk.

We hebben in deze tropische warmte een aantal keren gezwommen. Bij de watervallen bij Luang Prabang kon je lekker poedelen en er was een touw waarmee je jezelf als een Tarzan/Jane in het water kon slingeren. Heel goed voor jongetjes die wat energie kwijt willen. In Vangvieng was het meer drijven dan zwemmen; in een oude binnenband van een trekker liet je je door de rivier van bar naar bar vervoeren. Als je te warm werd van het dansen dan sprong je in de plomp om je een paar meter stroomafwaarts direct weer naar de kant te laten trekken.
Het zwemmen ging wat minder vrijwillig, hoewel het was te verwachten, tijdens de kajaktoer van Vangvieng naar Vientiane. Anne en ik zaten met zijn tweeën in een kajak en cruiseten af op de eerste stroomversnelling. En meteen de hardste, de snelste en de gevaarlijkste. Doodsangsten heeft Anne er uitgestaan. In de rapid vielen we namelijk uit de boot. Ik was er alweer ingeklommen, maar voordat Anne de kans kreeg knalde ze al met haar rug tegen een grote rots en knalde de kajak op haar hoofd. We hadden wel helmen op. Ze zette zich schrap in de harde stroming tegen de rots met als gevolg dat ze geen kant meer op kon. Ik stond met de kajak aan de andere kant van de rots, waar het wat minder stroomde. Na 4 minuten kwamen 2 van de 3 gidsen ons redden. Het leken er wel 15. De kipspiesen op het kampvuur gingen er na dit avontuur goed in.

Het eerste wat ons opviel aan het eten in Laos is dat er weer normaal brood is. Met dank aan de Franse kolonialisatie kun je er heuse baguettes (gezond, chicken, cheese of zelfs Nutella) vinden. Ook de verse fruit shakes deden ons versteld staan, plus dat je het gevoel hebt dat je naast al het wit brood en het vette eten ook wat gezonds binnenkrijgt. Ohja, en ze zijn ook nog eens heel goedkoop!
Het nationale voedsel is sticky rice. Dit krijg je in een gevlochten mandje, waaruit je met je handen een kleine portie kunt trekken. Hiervan maak je een bolletje die je met een stukje grilled fish, morning glory of een dipje in de bamboesoep kunt opeten. De grilled fish is trouwens een complete vis met limoengras in zijn bek gestoken. Je trekt het vel / de schubben open en eten maar!

Een aantal steden hebben we op de fiets onveilig gemaakt. Zo peddelden we in Vientiane naar het COPE centrum, waar protheses en revalidaties verstrekt worden aan onder andere slachtoffers van de UXO (UneXploded Ordnance) die de Amerikanen over Laos verspreid hebben in een 9 jaar durende geheime bombardementscampagne tijdens de oorlog in Vietnam. Het staal van de bommen levert veel geld op en het is daarom erg verleidelijk voor de arme bevolking om zo’n bom op te graven en te verkopen. Ook de kleine onopvallende bommetjes uit de clusterbommen zorgen voor veel ongelukken. Er was een indrukwekkende documentaire (http://www.bombharvest.com/) over het opruimen en de gevolgen van de bommen.
Verder naar het zuiden hebben we genoeg moed verzameld om een motorbike (brommer/scooter met voetversnellingen) te huren. Rond Thakùk hebben we samen op zo’n ding de grotten verkend. Bij Pakse zijn we een dag naar een 120 meter hoge waterval gereden en hebben we de volgende dag een tochtje naar een ruïne van een oude tempel gemaakt. Hoogtepunt was dat Anne toen ook een stuk gereden heeft.

Hier in Zuid-Oost Azië zijn er veel goedkope hotels en slapen we dus vaak met zijn tweeën op de kamer. Hierdoor kom je minder snel mensen tegen dan in de hostels in China en leg je contacten meer tijdens het reizen of een toer. Zo ging er in ThakhÚk een Italiaan met ons mee op een trekking door de jungle, in een mooi gebied met karstgebergte. Dit was een ouderwetse trekking met veel kletspoten en muggenbulten.
De eerste dag hebben we 14 km gelopen onder begeleiding van de kleine Laotiaanse gids Mie. De route leidde over VIP-bruggen (een aaneenschakeling van 2 boomstammen naast elkaar op in de rivier gestoken stokken; je moet overigens niet met z’n tweeĂ«n op Ă©Ă©n boomstam staan want dan zakt de boel in) en door grotten. Na deze dag konden we met ons vers geleerde Lao (“Khoi mĂ  ping pa” – I like grilled fish, “Khoi hug ciao, pouva ciao ngam lai!”- I love you because you are beautiful, “No money, no honey” en de getallen tot 100 miljoen) neerstrijken in een houten huis op palen in een dorpje tussen de bergen. We spelen petanque (jeu de boules) en worden met een Boeddhistische ceremonie welkom geheten. Hierbij doen de oudsten van het dorp je om beurten een touwtje om de arm terwijl ze je allerlei goede dingen wensen. “Ik hoop dat je 1 vrouw zal krijgen, dat je 130 jaar zal worden, enz.”. Uiteraard ad je een biertje na ieder touwtje.
De tweede dag verslapen we ons en besluiten we niet verder te lopen maar een dag te blijven. Dit geeft ons de kans in het naburige dorp te ‘helpen’ met het planten van de rijst. Als we in een winkel (hutje) wachten op de lunch (vis), die met de lokale bus meegebracht zal worden uit de stad, wordt er een fles lao lao aangebroken. De lokale sterke drank wordt rondgedeeld onder ons en de aanwezige locals. Erg gezellig; er volgen nog 2 flessen. Anne moet alleen afslaan want die voelt zich niet lekker. Als we weer terug in ‘ons’ dorp zijn gaat ze in bed liggen, zodat ze niet meekrijgt hoe er sticky rice bereid wordt en hoe ons avondeten (eend) wordt doodgeslingerd tegen een steen. Nadat de eend is gekookt help ik mee met het verwijderen van de veren. Daarna wordt hij in stukken gesneden, gemarineerd en tussen bamboestengels geklemd boven het vuur gehangen. We eten het zodra het klaar is. De longen en de maag smaakten wel een beetje apart.
De derde dag heeft het te hard geregend zodat het tweede en laatste gedeelte van de trekking onmogelijk was. We gingen vanaf het andere dorp met de local bus wat sightseeën rond de stad als ietwat saaie vervanging.

We kwamen erachter dat we een heleboel dagen achter elkaar vroeg zijn opgestaan en van alles hebben gedaan. Misschien kun je het je niet voorstellen, maar zo op reis kun je het nog best druk hebben, omdat je er graag zoveel mogelijk uit wilt halen door zoveel mogelijk te doen en te zien op iedere plaats. Daarbij heb je nog tijd nodig om te plannen waar je allemaal heen gaat en wat de volgende bestemmingen zijn. Gelukkig hebben we ook de vrijheid om af en toe niks te doen, en dat hebben we gedaan op Don Khone, Ă©Ă©n van de 4000 Islands in het zuiden van Laos. Hoewel we ook hier bezig zijn geweest met de financiĂ«n, de foto’s, het dagboek bijwerken, de blog (van China nog) en de Borkum Helgoland Regatta op Mysailingraces.com (mijn werk) was hier genoeg tijd om in de hangmat op het balkon aan de rivier te liggen. Zo konden we energie verzamelen voor: Cambodja!

Hoe is het in Nederland? Hopelijk is het inmiddels een beetje mooi weer want dat werd wel weer tijd hebben we gehoord. En anders lekker op vakantie gaan. ;) En mocht je niet op vakantie gaan, dan kan je tijdens de regen lekker Facebookfoto’s van Laos gaan bekijken, want die komen zo ook online!

Sanders Facebook:
https://www.facebook.com/media/set/?set=a.263977043618833.81899.100000196176965&l=fa4b26f91e&type=1

Anne’s Facebook:
https://www.facebook.com/media/set/?set=a.10150388253478448.436545.766608447&l=de061f7f92&type=1

China in beeld

Hallo iedereen!

Hartstikke bedankt voor jullie leuke reacties bij de verhalen en de foto's over China. We vinden het erg leuk om te lezen hoe het met jullie is en natuurlijk ook wat jullie van de verhalen vinden.

De foto's die we bij de blog plaatsen zoeken we meestal een beetje bij het verhaal dat we verteld hebben. Op die manier houden we nog een boel mooie foto's (vinden wij) over. Die hebben we nu op Facebook geplaatst:

Anne's Facebook:

http://www.facebook.com/media/set/?set=a.10150362960388448.428383.766608447&l=73530d970f

Sanders Facebook:

http://www.facebook.com/media/set/?set=a.251172008232670.79299.100000196176965&l=269fa7eb15

Geniet ervan!

Vierluik China - 4. Mag ik van jou
 ‘Een bedbug’? KWARTET China compleet!

Tenminste, ik dácht dat dat beest op mijn hoofd wilde springen. Met als gevolg dat ik Sander zo hard van het pad afduwde dat hij bijna in de modder viel. Dat vond hij niet zo leuk en toen werd hij een gorilla
 Nu had ik twee apen om bang voor te zijn. Gelukkig is alles goed gekomen en na het bezoek aan de Apenheul konden we ons visum ophalen. Ook dat bleek goed gegaan te zijn. Sander was uiteindelijk gevonden en had ook een nieuw visum gekregen. Nu was het tijd om volop te genieten van de overgebleven dagen op dat visum.

De dag erna vertrokken we dan ook direct naar Kunming na een klein gevecht met de tomatenman; hij propte steeds meer tomaten in de tas, ik wilde dat niet, gebaren dat het genoeg was en ‘no’ zeggen hielp niet, dus ik haalde die tomaten weer uit de tas, terwijl hij die tas bleef vullen
 Oneindig gevecht eigenlijk, maar toen we geld gaven hield die man eindelijk op en konden wij mĂ©t tomaten de trein in.

In Kunming hebben we niet al te veel gedaan; het was warm en we waren moe. Wel hebben we de vogeltjes- en bloemetjesmarkt bezocht. Dit is echt vreselijk en dierenliefhebbers hebben hier niks te zoeken
 Ik heb wel foto’s gemaakt, maar die zijn eigenlijk voor de dierenbescherming: zoveel beesten in zulke kleine hokjes en dan ook nog eens pal in de zon. Het ging niet alleen om vogels, maar ook katten, konijnen, kevers, schildpadden, etc. En dat gekwetter van die vogels, om doof van te worden!

In Lijiang hadden we weer een echt doel: de Tiger Leaping Gorge beklimmen! Dit is een kloof tussen Jade Dragon Snow Mountain (5.596 meter) en Haba Snow Mountain (5.396 meter) en vernoemd naar het volgende sprookje: Er was eens een tijger die van de ene kant naar de andere kant van de rivier sprong via een steen om te ontkomen aan een jager
 De tijger leefde nog lang en gelukkig. Samen met Pim (Nederlander, 24, natuurkundige, kletser, conditie op peil), Jackie (Chinees, hulpvaardig en geen conditie) en Ling (Chinees, heel klein, record wandelen: 3 uur shoppen). Oké  daarmee gingen wij twee dagen hiken, waaronder 800 meter klimmen in de brandende zon. Die klim was voor iedereen zwaar, maar we waren zo blij dat iedereen heeft kunnen genieten van het uitzicht op de top! Door elkaar aan te moedigen en ons op te splitsen kon iedereen in eigen tempo klimmen (en dat is toch het fijnst). Na de klim loop je ongeveer constant op een hoogte van 2500 meter, het hoogste punt was echter 2670 meter! De uitzichten en de sneeuwtoppen zijn eigenlijk een beetje onbeschrijfbaar, vooral met een knalblauwe lucht erachter. Zo mooi. De eerste dag hebben we zeven uur gelopen (nieuw record voor Ling). De tweede dag was alleen maar afdalen en dat duurde zo ongeveer twee-en-een-half uur. Daarna schreeuwden mijn knieĂ«n: ‘STOP!’, terwijl de rest van de groep afdaalde naar de steen waarop de tijger heeft gesprongen (inmiddels zijn er zelfs al drie stenen waarop de tijger heeft gesprongen om de jager te ontlopen, rara hoe kan dat?). Tijdens onze afdaling vanaf 2500 meter hoorden we op een gegeven moment gerommel, later hoorden we dat een ander groepje net niet geraakt was door vallende stenen


Terug in Lijiang wordt Sander niet lekker en moeten we verplicht rustig aan doen (wat eventjes geen straf was). Gelukkig knapt hij na 3 dagen weer op en bezoeken we samen Black Dragon Pool. Dit is een park met heel veel meren. De Chinezen geloven dat er een god in huist (en draken). Wij geloven dat niet, wij zien alleen maar een grote, vieze, opgeblazen, dooie vis die op het punt staat te ontploffen.

Om naar Chengdu te gaan nemen we een sleeperbus. Vanaf Lijiang verloopt deze reis al dramatisch
 We lopen rustig nar de lokale bus en gaan onderuitgezakt zitten. We moeten er toch pas de laatste halte uit en dat is op het station, dus daar stopt deze bus sowieso. Of niet?! Niet dus! Na 25 minuten herken ik de halte waar we zijn ingestapt. Wij klungelen de bus uit en nemen een taxi. Aangezien we nog maar 30 minuten hebben om onze sleeperbus te halen duwt de chauffeur het gaspedaal in totdat het ongeveer door de bodemplaat op het wegdek ligt. Gelukkig halen we de bus en hebben we twee minuten om ons bed te vinden. Dat was best lastig, want die bedden zijn maar 1,65 lang en 35 cm breed. Sander ligt op een soort vijf-persoonsbed achterin de bus boven de motor met een Chinees die lekker in zijn oksel krolt. Ik lig pal onder de airco op een bovenbed in het middenpad met minimale steuntjes langs het bedje. Ik heb zicht op de chauffeur, maar had dat liever niet gehad. Die man belt met links en daarom moet hij roken, sturen, toeteren Ă©n schakelen met rechts
 Wel hadden we twee chauffeurs voor de 24 uur die we in de bus lagen. Ondanks dat we niet bij elkaar in de buurt lagen, hadden we achteraf waarschijnlijk genoeg gezelschap in bed: bedbugs. We weten niet zeker of we ze in de bus hebben opgelopen of in het hostel van Chengdu, maar we weten wel zeker dat het irritante beesten zijn die erg veel jeuk veroorzaken en waarvan je niet zomaar af bent!

Toch laten we de jeuk even voor wat het is, want het is PANDA-tijd! Hier keken we al een tijdje naar uit en in de bus zijn we dan ook erg enthousiast; Sander zingt panda-liedjes en ik doe wat trucjes die Kungfu-Panda ook kan! Toen we ze zagen waren we erg onder de indruk. Het was net voedertijd, dus ze waren lekker ‘actief’: op hun rug knabbelen ze aan bamboestengels en wat ze laten vallen, laten ze lekker liggen. Ook hadden we nog even tijd om zelf rond te lopen, dus gingen wij helemaal naar achter in het park. Hier waren geen andere toeristen, maar wel twee panda’s die met elkaar aan het spelen waren! Zo gaaf!

De bedbugs laten ons nog niet los. Aangezien Sander er nog geen last van had, was alleen ik mijn gebruikte kleren opnieuw. In Jiuzhaigou is de jeuk nog steeds niet over en Sander zit er inmiddels ook onder de bulten, maar daar zijn we niet zo lang dus we hebben geen tijd om maatregelen te nemen.

Omdat we niet naar Tibet gaan, hebben we besloten om op aanraden van de man van onze eerste couchsurfhost naar Jiuzhaigou te gaan. Dit is een natuurreservaat in het zuidwesten van China met grote watervallen en gekleurde meren. Letterlijk betekent de naam “Negen dorpen vallei”, omdat er negen Tibetaanse dorpen in het park zijn waarvan zeven nog bewoond zijn. Het landschap is mede gevormd door een aardbeving, waardoor het nog indrukwekkender is. Ook de tien uur durende reis naar Jiuzhaigou werd gekenmerkt door de aardbeving van 2008. Doordat de aardbeving een kracht van 7,8 op de Schaal van Richter had werden er complete dorpen verwoest en grote rotsblokken van de bergen geschud. De rivier stroomt nu anders dan voorheen en we zagen tot onze schrik zelfs nog een autowrak op de rand van de weg boven de rivier balanceren. Ze zijn nog steeds bezig met het aanleggen van nieuwe wegen, dus af en toe werden we gedwongen om met de gammele bus over zandpaden te rijden.

In Jiuzhaigou vind ik het vlees voor het eerst lekkerder dan Sander. We eten heerlijk: Jak! De volgende dag staan we te vroeg op om om 7.00 uur in het park te kunnen zijn. Dat 7.00 uur redden we toch niet en we zitten opgescheept met een horde Zuid-Koreanen. Net wat we niet wilden. Maar goed, uiteindelijk ontsnappen we en genieten we van de superblauwe en -groene meren op grote hoogte (3101 meter), de sneeuw, de regen, de watervallen en de natuur. In het begin verplaatsen we voornamelijk met een bus, daarna lopen we alleen nog maar. En dat duurde tot 17.00 uur, we hebben dus ongeveer tien(!) uur in het sprookjespark doorgebracht, zo mooi!

Terug in Chengdu besluiten we de bedbugs hard aan te pakken: ander hostel, hele backpack uitpakken en alles wat gewassen kån worden, wordt gewassen én gedroogd in de droger! Dit blijkt twee dagen in beslag te nemen, want de droger doet het niet zo goed en wij hebben toch wel heel veel spullen in onze backpack
 Toch geeft het ons een goed gevoel en wat blijkt; we hebben er daarna geen last meer van! In Chengdu krijgen de bedbugs ons niet klein, maar Sander heeft ontzettende buikpijn. De vervelendste dingen spoken door ons hoofd en als hij het echt niet meer uithoudt neemt hij een paracetamol. Nou dat helpt, want alles komt eruit! Helemaal opgelucht en hij voelt zich weer goed :) Gelukkig maar, want we hebben de volgende dag een nachttrein naar Kunming te halen. Voor vertrek kopen we echt té veel snoep (we kunnen zo ongeveer de hele trein bevoorraden), laat ik met veel moeite mijn mama-Rens handschoenen achter (als ik me toch bedenk en ze terug wil halen heeft iemand ze al weggekaapt, grrr) en schopt Sander nog even een lieve, schattige, baby-kat drie meter de lucht in. Daarna vertrekken we echt naar Kunming.

In Kunming doen we niet veel en bereiden we ons psychisch en lichamelijk voor op Laos. We halen paraplu’s, lichtgekleurde broeken, veel medicijnen en een Laos-gids. Ook kijken we tijdens het shoppen verbaast naar de kinderen die met hengeltjes naar goudvissen zitten te vissen in kleine aangelegde betegelde vijvertjes midden in de stad. Bij de vijver met kooikarpers mag je niet vissen, raar. Als je klaar bent met vissen krijg je een plastic zakje waarin je je goudvissen kunt gieten om ze mee naar huis te nemen. Dit gaat dus wel anders dan in Nederland! Ook zijn er van die vierkante vijvertjes waar je met een soort waterfietsje in kan, ik mag niet omdat ik te groot ben (en waarschijnlijk te zwaar en dat ding tegen de bodem aan zal lopen). Nadat we nog dollars hebben gehaald zijn we klaar voor het volgende avontuur en het vierde land: Laos!

Dank u voor het lezen en tot ziens!

Vierluik China - 3. Mag ik van jou
 ‘Een visum’?

Omdat we ons paspoort achter hebben gelaten bij de ambtenaar kunnen we niet naar een andere stad, aangezien we niet geregistreerd kunnen worden zonder paspoort. Daarom ondernemen we van alles in en rondom Guilin. Zo hebben we een dag over de rivier tussen de Karstgebergten gevaren op een bamboe-boot. Dit is geen echte bamboe-boot (helaas), maar een boot met 5 witte, dikke, grote PVC-buizen waarop 6 stoeltjes zijn gezet met een ielig dakje erboven. Wij hadden extra pech aangezien het met bakken uit de lucht kwam vallen, waardoor we net zo goed hadden kunnen zwemmen van Guilin naar Yangshuo. Yangshuo was echter wel de moeite waard om te bezoeken, wel heel toeristisch, maar met al die spitse, alleenstaande, ‘bulten’ van bergen eromheen erg indrukwekkend. Ook hebben we de berg gezien die op het 20 RMB biljet is afgebeeld, grappig. In Yangshuo hebben we een gedenkwaardig moment beleefd: Sander heeft zijn geel-groene pet na ik-weet-niet-hoeveel-jaar ingeruild voor een geel-blauwe pet met paard.

Ook hebben we deelgenomen aan een barbecue waar je zoveel mocht eten als je maar kon. Nou, daar zijn we de laatste tijd erg goed in en we gingen dan ook met ronde buikjes naar bed nadat de tuinman van het hostel een paar liedjes had gespeeld op zijn viool-gitaar-herteninstrument! Het hostel waar we verbleven beviel ons sowieso goed: ĂŒberenthousiast personeel, goedkope en schone kamers, gezellig restaurant, hĂ©Ă©l vĂ©Ă©l DVD’s en een biljarttafel (waar ik alle potjes heb verloren van Sander). Ohja en een Wii, daar kon ik Sander met een gerust hart achterlaten ;).

In het weekend hebben we genoten van het normale Chinese leven. Bij toeval kwamen we uit bij een deel van de rivier waar de ‘oudere’ Chinees een paar baantjes zwemt naar het eiland in het midden van de rivier, zich afdroogt en de was in de rivier nog even doet voordat hij terug naar vrouwlief gaat. EĂ©n man had de jackpot: twee eenden! Die werden levend en op de kop in de fietsmand gekwakt (kwak-kwak) om ’s avonds lekker gegrild te worden :S
 Daarnaast hebben we op zondag de ontknoping van de Eredivisie gevolgd (Ajax- FC Twente) via een live blog, teletekst en een brakke radioverbinding met radio 1 via het internet. Dit was niet zo leuk.

EĂ©n keer in die week hebben we ons leven gewaagd op een
 fiets! Het verkeer in die stad is echt niet normaal! Ze crossen alle kanten op, hebben nog nooit van een rem gehoord en rood betekent hier niet per definitie stoppen. Wij hadden ook niet echt een goede rem en een veel te kleine fiets, dus we pasten mooi tussen die gekke verkeersdeelnemers. Toen we uiteindelijk de countryside hadden bereikt hadden we ook zadelpijn
 Na een lunch tussen de vissers besloten we terug te fietsen, nadat we hadden genoten van een buffalo die met zijn baas het natte land omploegde en vrouwen die vervolgens rijstplanten op het omgeploegde stukje land gooiden.

Maar goed, achteraf zat ik duizend keer liever op die fiets dan dat ik me in het Seven Stars Park inclusief apen bevond. Sander was helemaal enthousiast over het idee van een wilde aap, ik ook. Seven Stars Park is een heel groot park met zeven heuvels die je kunt beklimmen en dus apen. De eerste aap was indrukwekkend, veel groter dan verwacht en zat op Ăłns pad
 Wij bleven maar stilstaan. Ik keerde me voor de zekerheid maar om, zodat ik een eventuele aanval niet zou zien en geen onverwachtse bewegingen zou maken als die aap dichterbij kwam. Gelukkig bleef een aanval uit en konden wij ongestoord Ă©Ă©n van die heuvels beklimmen. Mooi uitzicht over Guilin. Bij de afdaling zaten we zo ongeveer in een boom om de slingerende apen een stuk verderop te bewonderen. Dit was nog positief. Op den duur moesten we het park uit, ik vond dat jammer, want we hadden nog maar drie apen gezien. Sander beloofde dat we nog Ă©Ă©n aap zouden zien op de weg naar de uitgang. Nou dat hebben we geweten! We kregen een hele kolonie: papa’s, mama’s, oma’s, opa’s, kinderen en baby’s. Terwijl wij op het pad stonden kwam de hele groep onze kant op. EĂ©n van de apen liet even z’n tanden zien
 brrr
 Verder liet hij ons met rust. Niet veel later zag ik een lief, schattig, baby-aapje in de boom. Zo’n dotje
 nou, niet dus: rotaap! Die aap ging elke keer boven me hangen. En toen sprong dat beest dus op mijn hoofd


Vierluik China - 2. Mag ik van jou
 ‘Verlaat de gevangenis zonder betalen’?

Er kwamen uit het niets drie politieagenten en die doken bovenop ons. Wij vonden het een beetje vreemd en toen ze vroegen naar ons paspoort gaven we eerst maar even een kopie, zodat we snel konden overleggen. Daar namen ze helaas geen genoegen mee en ze wilden de echte zien. Die hielden wij stevig vast terwijl zij erin keken. Ons visum was nog geldig dus we mochten verder. Later zagen we dat ze een andere toerist aanhielden en toen ontdekten we een 4e man die foto’s aan het maken was van de aanhouding. Voor het geval je wegrent, hebben ze nog een foto van je?

Aangezien we legaal waren konden we weer verder genieten van Beijing en omgeving. We hebben de Muur beklommen bij Jinshanling. Hier is het bijna niet gerenoveerd en dit deel heeft het steilste stuk van de Muur; een trap van 70 graden! Het weer zat mee en er waren bijna geen toeristen, daardoor konden we mooie plaatjes schieten en echt genieten!

Naast alle toeristische dingen moet je soms ook ‘alledaagse’ dingen doen, zoals: nieuwe sokken voor Sander zoeken, een reisgids halen of een treinkaartje halen. Dat laatste gaat in Nederland normaal gesproken binnen drie seconden. In China normaal gesproken ook, behalve in Beijing. Een hele ochtend in de rij staan voor balie 10, ben je bijna aan de beurt, gooien ze de balie dicht. Verschuif je naar een andere rij en dan durft een stomme Chinees ook nog te vragen (als wij net aan de beurt zijn) of de mensen achter ons in de rij voor mogen, omdat het bij ons ‘zo lang duurt’. Euhmmm
: ‘Nee!’.

Naast ongeduldig zijn en zich overal mee willen bemoeien, kunnen Chinezen ook héél hard snurken! Zo zijn we één keer middenin de nacht geruild van kamer, want deze man snurkte in elke houding waarin hij lag en wist niet van ophouden
Ook hebben we enkele Chinezen ontmoet die echt geen rekening houden met anderen. In één van de nachttreinen zaten we met drie Chinezen die het leuk vonden om van 19.00 tot 23.30 te slapen en van 23.30 tot 03.00 te kletsen; waarvan eentje op mijn bed bivakkeerde! Ik kon op geen enkele manier duidelijk maken dat hij er vanaf moest, want Engels sprak hij niet en ook het geduw met mijn voeten en de honderden geeuwen en gapen die we hebben uitgedeeld werden niet begrepen


Met feestdagen missen we de gezelligheid in Nederland extra. Zo vonden we het jammer dat we niet bij Koninginnenacht/-dag konden zijn. Maar de ambassadeur van de Koningin in Beijing maakte dit goed door een receptie te organiseren (met bier, kaas, bitterballen en haring). We zijn samen met Bas (Nederlandse jongen op vakantie in o.a. Beijing) geweest en met al die Nederlanders om ons heen was het erg gezellig. De avond is geĂ«indigd in een bar. Ik dacht de hele avond: “Waarom dansen die jongens toch zo met elkaar? Is dat Chinees ofzo?”. Sander en Bas hadden het al eerder door, maar ik kwam er pas achter dat het een gay-bar was toen we in een taxi naar huis gingen


Het laatste over Beijing is de Silk Market. Het is maar goed dat we die laat in de twee weken hebben ontdekt, anders wilde ik er elke dag heen! Je hebt daar allemaal namaakspul en het draait om het afdingen. Na het afgekeken te hebben bij Bas gingen we zelf een poging wagen. Bas moest de eerste keer een beetje ingrijpen om tot een goed bod te komen, maar daarna hadden wij het ook onder de knie inclusief het lachen om het eerste bod, eigenwijs zijn, drieduizend keer zeggen: “This is the max” en het weglopen. Geweldig spelletje om te spelen!

Van Beijing vertrekken we naar Nanjing. Terwijl we aangestaard worden door de honderden Chinezen bemachtigen we onze plek in de trein. We gaan op weg naar onze eerste couchsurfervaring. Dit blijkt een goede te zijn! ’s Avonds worden we opgehaald door Rachel bij het metrostation. Voor die tijd poetsen we nog even onze tanden op straat; we hebben de hele nacht in de trein gezeten en vanaf 7.30 rondgestruind door Nanjing, dus dit is wel het minste wat we kunnen doen. Bij haar huis aangekomen worden we verwelkomd door haar man en haar moeder en kletsen we de hele avond. De vader van Rachel stuurt zijn vrouw regelmatig naar Nanjing om schoon te maken en te koken, omdat hij het onzin vindt om geld uit te geven aan een schoonmaakster. De avond daarna vermaken we ons door te spelen op de Wii en Sander laat zich verslaan met pingpong (wat ook niet eerlijk is tegen een Chinees). Elke ochtend krijgen we een echt Chinees ontbijt en worden we uitgezwaaid door moeders. Het beste is nog ‘onze’ couch: een grote ORANJE bank!

In Nanjing zijn we onder andere voor het eerst echt verdwaald en hebben we het Nanjing Massacre Memorial bezocht. Dit is een heel groot museum met opgravingen van massagraven uit 1938. Toen hebben de Japanners in een half jaar tijd 300.000 mensen gedood en daarnaast veel mensen berooft en verkracht. Het is erg indrukwekkend en zeker niet iets om vrolijk van te worden. Onze host is er nog nooit geweest omdat het zo’n impact heeft.

Voordat we naar Suzhou vertrekken vermaken we ons nog enige tijd in een super-de-luxe hotel. We vallen erg op met onze backpacks en kleren, maar goed: we hebben internet nodig. In Nederland stap je niet zomaar even een duur hotel binnen, hier moet je soms. In Suzhou is er weer het taalprobleem, daardoor zijn we genoodzaakt een taxi te nemen om het huis van onze 2e host -Summer- te vinden. Doordat de rit 40 minuten duurt, hebben we meteen door dat dit geen dorp is
 We nemen haar mee uiteten en ook met haar is er een klik (geen oranje bank deze keer). De volgende avond neemt zij ons mee uiteten en naar enkele sightseeing spots; Suzhou by Night! Sander geeft nog wat drum- en taalles en de laatste ochtend worden we begroet met een vrolijk en goed uitgesproken: “Goedemorgen!”. Erg leuk! Overdag vermaken we ons vooral in het oude centrum. Daar doen we iets wat voor ons ongekend is: een romantische boottocht. Suzhou wordt namelijk beschreven als het VenetiĂ« van AziĂ«. Tijdens deze boottocht wordt er wel ontzettend misbruik van ons gemaakt. De peddelaar zegt iets in het Chinees en wij lachen vrolijk terug. Vervolgens begint die man keihard te zingen en na twee liedjes zegt hij: “Money-money”. Wij geven hem een kleine tip, hij lacht en steekt twee vingers op. Zo van: “Hallo, ik heb twee liedjes gezongen, dit is niet genoeg!” Weg romantiek. Ach, maar die was eigenlijk al weg toen die man een dikke, vieze, vette vis had gevangen met z’n harpoen.

In de futuristische hoofdstad, Shanghai merken we pas hoe warm jullie het in Nederland al een tijdje hebben. We doen een poging om verkoeling te vinden bij een fontein op People’s Square, maar dat ding blijft voor ons onvindbaar. Daarom drinken we maar een verkoelend biertje. ’s Avonds verkennen we The Bund. Hier zie je alle hoge gebouwen, gekleurde lichten en hippe dingen. We slenteren wat over de boulevard en besluiten om 32 verdiepingen hoog te gaan om van het uitzicht te genieten voor veel teveel geld. Uiteindelijk belanden we ergens achter in dit luxueuze gebeuren, bijna in het opberghok, omdat blijkt dat je na 21.00 ’s avonds 500 RMB (= 50 euro) moet betalen voor zo ongeveer elke zitplek in de bar. Als we ons hoofd tussen onze knieĂ«n stoppen kunnen we nog net iets zien van alle pracht en praal buiten. Al snel houden we het voor gezien, want zo is het eigenlijk toch niet zo leuk. De rest van de dagen in Shanghai hebben we besteed aan rondslenteren door de stad. Dan kom je toch op de leukste plekken. Niet de meest frisse ,want een markt met alles wat leeft heeft zo zijn geuren
 De vertrekdag vanuit Shanghai naar Guilin was een beetje spannend voor Sander. We moesten die dag namelijk ook nog malariapillen halen aan de andere kant van de stad. Dit verliep echter zo soepel dat we nog tijd hadden om via de Bund Sightseeing Tunnel terug naar het hostel te gaan. Dit is echt een flop! Je gaat dan in een karretje door een tunnel onder de rivier door die Shanghai in twee gedeeltes scheidt. De tunnel is niet echt donker dus je ziet alle kabels en stopcontacten gewoon zitten, verder probeert de computerstem het nog spannend te maken terwijl duizenden gekleurde lampjes om je hoofd heen flikkeren om je te laten geloven dat je je tussen de sterren, in de diepzee en we-hebben-nog-steeds-geen-idee-waar bevindt. Het is eigenlijk een heel slecht spookhuis.

China bevalt ons zo goed, dat we hebben besloten langer te blijven dan ons visum ons toelaat. Daarom blijven we een week in Guilin om ons visum te verlengen. Het verlengen gaat verdacht makkelijk: het bureau is zo gevonden, binnen 2 minuten zijn we aan de beurt, de beambte wacht op ons terwijl wij kopietjes maken van ons paspoort, de formulieren zijn zo ingevuld, maar dan
 Sander is onvindbaar in het registratiesysteem van China. Overal in China wordt je geregistreerd, zodat de overheid weet waar je uithangt. Na lang wachten en heen en weer bellen met ons hostel, belooft de beambte dat het goed komt (hoewel ze Sander nog steeds niet kunnen vinden). Wij laten onze paspoorten achter in de hoop dat het ook Ă©cht goed komt


Vierluik China - 1. Mag ik van jou
 ‘Het verhaal over Beijing’?

Schenk jezelf nog maar wat te drinken in, want acht weken China zijn niet zo Ă©Ă©n-twee-drie vertelt. Dat is dan ook de reden dat dit verhaal in een vierluik wordt gepubliceerd. Eerst maar even kort de route die we hebben gedaan en wat hoogtepunten van de plaatsen die we bezocht hebben. Als je meer over die ene plaats wilt lezen, druk op ctrl f; type de plaatsnaam in en je bent bij de juiste alinea beland. Wil je alles lezen, dat mag natuurlijk ook! De route is ook te zien op de kaart, als je die bekijkt kun je de alinea hieronder alvast overslaan.

De route (en enkele kenmerkende belevingen): we zijn begonnen in Beijing, waar we onverwachts twee weken zijn blijven hangen. Vervolgens zijn we met de trein naar Nanjing en Suzhou geweest om daar voor het eerst te couchsurfen. Met een supersnelle trein, wel 348 km/u, zijn we naar Shanghai geracet om daar de toekomst te bekijken. Na Shanghai zijn we in Ă©Ă©n keer naar Guilin gegaan om ons visum te verlengen. Vervolgens hebben we Kunming bezocht waar het huren van een fiets ontzettend duur was. Met de eerste dagtrein van onze trip hebben we ons verplaats naar Lijiang om daar in de buurt de Tiger Leaping Gorge te beklimmen en te genieten van het prachtige uitzicht. In de sleeperbus naar Chengdu hebben we waarschijnlijk bedbugs opgelopen, maar dat mocht de pret tijdens het pandabezoek niet drukken. Vanuit Chengdu zijn we naar Jiuzhaigou gegaan, wat een waar sprookje bleek te zijn. Rond die tijd besloten we dat we niet naar Tibet zouden gaan, wat achteraf maar goed was want Tibet is voor een aantal maanden gesloten voor toeristen. Daarom zijn we vanuit Jiuzhaigou terug gegaan naar Chengdu om vervolgens weer naar Kunming te gaan om vanaf daar naar Laos te gaan. Daar zijn we nu. (Oh, we zijn inmiddels na 24 dagen Laos in Cambodja aanbeland.)

Goed, dat was de korte update voor mensen die niet van een goed en lang verhaal houden ;). Hier het lange en goede verhaal:

Van Ulaanbaatar naar Beijing was het laatste stuk van de Trans MongoliĂ« Express. Deze reis duurde ‘maar’ 30 uur en vonden wij het mooiste stuk. Samen met Valy en Thomas hebben we genoten van de prachtige natuur en de Chinezen in de trein. In Beijing scheidden onze wegen en wij vinden ons hostel in een gezellige buurt met tempels, kleine winkeltjes en veel hutongs. Hutongs zijn kleine zijstraatjes waar je het echte Chinese leven kunt zien. We zijn erg benieuwd naar het Chinese eten en lopen op de gok een kant op. Terwijl we buiten zitten te wachten op een tafeltje worden we geĂŻnterviewd door een Chinees televisiestation. Daaruit blijkt dat we bij het pittigste restaurant van de stad zitten
 De interviewer en zijn ploeg wensen ons zelfs succes toe voordat we naar binnen stappen
 Wij konden achteraf bevestigen dat het inderdaad lekker pittig was. Tijdens het eten moest ik af en toe even Sanders gezicht deppen, anders kwam er namelijk te veel zout in zijn eten. Na dit pittige restaurant hebben we nog wel pittig gegeten, maar niet zo extreem meer. Tijdens ons verblijf in China zijn we zeker fans geworden van het eten daar! Jummie-jummie. We hebben een hele lijst bijgehouden van wat we lekker vinden, zodat we straks in Nederland Ă©cht Chinees kunnen koken. De gerechten bij de afhaalchinees zijn allemaal nep! Dus wil je Chinees eten, dan nodigen we je graag een keer uit (nadat we wat geoefend hebben in Nederland). Het ontbijt was niet altijd even lekker, aangezien ze hier bijna alleen zoet brood verkopen. Maar we hebben gelukkig genoeg alternatieven gevonden. EĂ©n van de favorieten is de: ontbijtpannenkoek! Deze wordt belegd met Ă©Ă©n ei, twee pittige sauzen, lente-ui en een plak bruin spul dat lijkt op gebakken uitjes. Heerlijk! En dat haalden we dan bij een vrouwtje op straat dat het extra leuk maakte. Het avondeten was soms ook Ă©Ă©n groot avontuur, niet voor ons maar voor het eten. Dat vloog in het begin nog weleens door de lucht, maar nu zijn wij professionele ‘eters-met-stokjes’!

In Beijing worden er veel veiligheidscontroles gedaan. Bijna bij elk monument of plein, bij veel tempels en bij alle metrostations wordt je tas gescand en loop je zelf door een poortje. Geeft wel een veilig gevoel, maar is toch een beetje gek. De eerste keer dat we gescand werden was toen we naar Tiananmen Square gingen. Dit is het grootste plein ter wereld met de vlag van China en wat monumenten. Daar waren we van plan om een klein stukje te lopen. Achteraf viel dit een beetje tegen, want op de kaart lijkt alles toch een stuk kleiner dan in het echt
.

Al met al zijn wij twee weken in Beijing gebleven. Het eten beviel goed, de sfeer in de stad was veilig en gezellig, de bedden hadden weer matrassen en er waren genoeg mensen om je heen. Toch een heel verschil met Mongolië! In die twee weken hebben we redelijk veel gedaan. Zo zijn we naar de Forbidden City geweest. Dit was de vaste residentie van 24 keizers met hun hofhouding. Samen met té veel Chinese toeristen schuifelden we door deze vroeger verboden stad om alles te bezichtigen. Het is ontzettend groot en je hebt daar toch zeker een dag voor nodig. Misschien kan het ook in een halve dag, want alles wat je links ziet, zie je rechts ook. De hele stad is symmetrisch. De tempels worden voor verschillende doeleinden gebruikt; feesten, officiële gesprekken, bidden voor een goede oogst, etc. Aan de noordkant hebben we de stad verlaten om vervolgens een heuvel te beklimmen waardoor we een overzicht over de stad kregen. De smog gaf een beetje een grauwe waas over de Forbidden City, maar het was nog wel een mooi plaatje.

Op sommige dagen hebben we gewoon een beetje rondgewandeld en wat parken bezocht. Voor ongeveer elk park moet je entree betalen (soms alle mensen, soms alleen de buitenlanders). In het begin vonden we het nogal onzin, maar op zich: de parken zijn heel goed onderhouden, mooi en heel schoon, dus eigenlijk is het die 50 cent tot 1 euro ook wel weer waard. In veel parken zitten groepjes Chinezen, vooral de iets ouderen, te kaarten of mahjong te spelen. In sommige parken waren mensen muziek aan het maken en dan kwamen er telkens meer mensen meezingen en gingen ze dansen. Dit waren jonge en oude mensen. Leuk om te zien en niet voor te stellen in bijvoorbeeld het Noorderplantsoen! Misschien een idee voor deze zomer om dat te introduceren?

Naast ons hostel hadden we de Lama Tempel. Dit is een Tibetaans Boeddhistische tempel die gebouwd is in 1694. Overal op het complex staan Boeddhabeelden die vereerd worden door de bezoekers door middel van het aansteken van wierookstokjes (of -stokken, want sommige mensen branden stokken van een meter). De grootste Boeddha hier is 26 meter hoog en gemaakt uit Ă©Ă©n stuk hout. Vol trots hebben de Chinezen dan ook plakkaten opgehangen waarop zeer duidelijk staat dat dit een wereldrecord is. Na de tempel en wat andere bezichtigingen zijn we wat gaan struinen en bij toeval kwamen we uit bij een boulevard met allemaal barretjes. Daar hebben we de avond doorgebracht en genoten van de Volkswagenclub (jongemannen die hun VW komen showen en nadat ze geparkeerd hebben de auto afstoffen met zo’n plumeau die ze uit de achterbak trekken en een stofdoek om de velgen op te poetsen) en een leuke band.

Ook hebben we een bezoek gebracht aan het Olympisch stadion. Groot! Maar lang niet zo indrukwekkend als de acht(!) Chinese vrouwen die een ongevraagde fotoshoot met ons begonnen. Toen ik een foto maakte van hen met Sander, konden ze al helemaal niet stoppen met lachen. Al met al heeft deze shoot 20 minuten geduurd. Je kunt ook niet weglopen, want ze houden gewoon je arm vast. Grappig, maar soms schieten mensen toch iets te ver door zoals later gebeurde in Guilin. Daar waren twee meiden ‘stiekem’ foto’s aan het maken van ons en ze hielden maar niet op. Dus op een gegeven moment trek ik Sander een willekeurige winkel in waar we echt niets te zoeken hebben (theaterkleding). Nog geen twee seconden later staan die meiden foto’s te maken in die winkel! Nou, toen zijn we maar gewoon weggerend. Blij dat we niet beroemd zijn (in Nederland)!

In Beijing merken we al dat niet iedere Chinees Engels spreekt. Soms is dit erg lastig, maar het levert ook wel weer leuke situaties op. Zo waren we een dagje aan het struinen door de hutongs en gingen we eten bij locals. Zij spreken geen Engels, wij geen Chinees. Maar dan komt de Point It aan bod (boekje met heel veel foto’s). Wij wezen een kip en koe aan en twintig minuten later stonden er heerlijke gerechten voor onze neuzen! Naast lekker eten is Sander helemaal losgegaan op de fitnessapparaten die verspreid staan door de hutongs (zodat mensen gratis kunnen sporten). Niet veel later werden we aangehouden door de politie