The Outback

Alweer een paar dagen in Nieuw-Zeeland en we zijn Australië alweer bijna vergeten. Nou, zo erg is het ook weer niet, maar er moet maar direct gezegd worden dat het in Nieuw-Zeeland mooi is!

Maar dat was ons Outback-avontuur in Australië ook! Nadat we een tijd lang op de mangofarm hadden gewerkt wisten we niet hoe snel we daar weg moesten komen toen het werk er officieel op zat. Het vrijheidsgevoel van in een bus leven kwam direct weer terug na de eerste kilometers rijden. Helaas zat er nog wel een staartje aan het mangobomen snoeien, want Anne haar uitslag heeft ze nog meer dan een week bij zich gedragen met als extra bonus zulke dikke ogen dat ze ze niet eens meer open kon doen! Schrik niet van sommige foto’s ;-).

We wilden graag goed voorbereid de Outback in gaan, dus checkt Sander de banden en het reservewiel en Anne zorgt voor vier weken boodschappen aangezien het daar heel duur schijnt te zijn. Daarna kon het avontuur van het doorkruizen van het midden van Australië van noord naar zuid beginnen!

De eerste paar dagen na het werken moesten we echt even bijkomen van 60 uur per week werken en dat hebben we gedaan bij Lake Tinaroo. Een prachtig meer waar we (met iedereen die gebeld, ge-sms’t, gemaild en berichtjes heeft geplaatst op Facebook; dank daarvoor) ook Anne haar verjaardag hebben gevierd, genoten hebben van de optredens van onze ADHD-buurmeisjes, lekkere biertjes hebben gedronken, Anne Sander eruit heeft gerend in een hardloopwedstrijdje en een poging hebben gedaan om een kampvuur te maken… Het Lake is een National Park dus we stonden weer midden in de natuur en hadden (volgens ons) het mooiste uitzicht op het meer in vergelijking met andere kampeerders!

Na drie/vier dagen uitrusten beginnen we aan de ‘Serieuze Outbacktrip’! Met ontzettend veel zin vertrekken we dan ook van Lake Tinaroo op weg naar de Millaa Millaa Falls. De eerste steile waterval die naar beneden klettert zonder de ‘muur’ erachter te raken die wij zien tijdens onze reis. Beiden doen we een poging om naar de waterval toe te zwemmen, maar het water is ijs- en ijskoud! Sander redt het, maar keert dan ook blauw terug. Terwijl we doorrijden naar een gratis overnachtingsplek komen we langs een uitzicht om ‘U’ tegen te zeggen, hierover zegt de foto meer.

Het rijden betekent ook vele kilometers op een dag. Sander dacht dat 400km per dag wel te doen moest zijn, Anne dacht hier iets anders over. Een aantal dagen hebben we het geprobeerd, maar onderweg moest er natuurlijk het één en ander bezichtigd worden, er moest hier en daar gezwommen worden, er moest gratis koffie voor de bestuurder gedronken worden bij het informatiecentrum, er moest nog taart gegeten worden voor Anne haar verjaardag, etc. Al met al hebben we de 400km één keer aangetikt, totdat…

… de bus niet meer wou… In the middle of nowhere stonden we stil, heel stil…

De dag ervoor hadden we een rustdag ingelast, die onverwachts heel druk werd door een gezin met twee kinderen waar we de hele dag mee opgetrokken hebben. Zij stonden vast in Camooweal (35 inwoners; vele kilometers van een stad vandaan), omdat ze hun hypermoderne-voorgeprogrammeerde-autosleutels kwijt waren geraakt. Gevolg: paar weken wachten op een sleepwagen! Wij dachten nog: ‘Pfff, het zou je maar overkomen, sta je daar…’ De volgende dag overkwam het ons dus! Niet dat we onze ouderwetse-autosleutels kwijt waren, maar de motor werd warm en toen té warm. Dit probleem was al wel een beetje bekend bij ons, maar als je over 50km drie uur doet vanwege het alsmaar stoppen om de motor af te laten koelen… Tja, dan kom je niet ver (met nog 4000km in het vooruitzicht).

Dus in etappes terug naar Camooweal, maar aangezien dat zo klein is hadden we besloten om nog verder terug te gaan naar Mount Isa. Dat is groter en de kans om afgezet te worden om het feit dat je een backpacker bent is dan iets kleiner. In totaal 270km terug moeten rijden, dus je kunt zelf wel uitrekenen hoe lang we daarover gedaan hebben…

Na het opvragen van prijzen hebben we veel moeten nadenken of het de bus wel waard was. Toch besloten om er een nieuwe radiator, een nieuwe ventilator én een nieuwe thermostaat in te laten zetten, omdat we op die manier de bus in ieder geval nog konden verkopen (anders hadden we hem daar achter moeten laten). Ze hadden pas vijf dagen later tijd voor ons, dus in de tussentijd zijn wij naar Clem Walton Park & Corrella Dam gereden, waar we gratis konden kamperen langs een beekje! Mooie omgeving met leuke kangoeroes en praatgrage Grey Nomads (mensen op leeftijd die hun huis verkocht hebben en rondreizen in Australië). De buren deden ons onze zorgen om de bus vergeten door ons mee te nemen met het uitzetten en binnenhalen van visfuiken, door ons een deel van de vangst te laten opeten, door een mooie natuurwandeling en door het kletsen om het kampvuur. Sander was tijdens het uitzetten van de fuiken even afgeleid door een krokodil aan de andere kant van de oever. Hij wilde een foto maken en terwijl hij liep en foto’s maakte (twee dingen tegelijk…), schrok hij zich kapot van een tweede krokodil die aan zijn kant van de oever lag… 20 meter bij hem vandaan…

Na het afleveren van de bus bij de garage, kwam de stress al snel terug; ‘wat als er nog meer kapot is?’, ‘wat als ze er veel langer over doen dan afgesproken?’, ‘wat als-wat als…’. Wat als we gewoon even wachten? Dat hebben we zeven uur lang gedaan en gelukkig was de bus toen gemaakt! Wat een opluchting, de rekening was niet mis, maar de bus liep weer als een zonnetje. De temperatuurmeter bleef zelfs zo laag dat we ons afvroegen of die nog wel werkte!

De tweede dag nadat de bus gemaakt was hebben we direct 385 kilometer gereden! Wat een overwinningsgevoel was dat! De bus was écht gemaakt! En we waren nu écht in de Outback! Bij Barkley Homestead tankten we voor de tweede keer die dag (want zonder benzine wil je niet komen te zitten) en bleven we kamperen en hebben we gebadmintond. Daar biedt een Australisch stel $3000,- voor onze bus! Een dag nadat we hem hebben laten maken… Maar helaas wij wilden de bus nog niet kwijt (en toch denk je stiekem ook: ‘Straks krijgen we hem later niet verkocht… Wat dan…?’).

De bus doet het zo goed dat we vele kilometers op een dag maken en we lachend en zingend in de auto zitten, ons af en toe nog steeds afvragend of de temperatuurmeter nu niet kapot is… Eerst waren we nog van plan om naar Darwin te rijden, maar dat doen we toch maar niet in verband met alle tijd die we verloren hebben aan het wachten op de reparatie (en het langzame rijden met de kapotte bus).

Bij Devil’s Marbles maken we kennis met de hoeveelheid toeristen die er rond deze tijd van het jaar in de Outback zijn; dat wordt nog wat bij Uluru! Ondanks alle toeristen, waar wij er overigens twee van zijn, zijn de grote blokken graniet die door het sijpelende water er nu uitzien als opgestapelde knikkers indrukwekkend! Daar zien we ook onze eerste dingo! Nou ja ‘zien’, het was pikkedonker en we zagen zijn silhouet. De tweede dingo zagen we maar al te goed toen we de volgende ochtend wakker werden; hij lag praktisch naast de bus.

Via Alice Springs zijn we de West MacDonnel Ranges binnen gereden. Na al het vlakke een aangename afwisseling met hoge, ruige bergen en groene natuur! Eindelijk ook weer slingerende wegen na al die kilometers rechtdoor. We hebben inmiddels iets van 1200km afgelegd vanaf Mount Isa. We rijden direct door naar het verste punt op de Ranges, ‘want we moeten morgen toch via dezelfde weg terug, omdat je daarna alleen maar verder kunt met een 4x4-auto…’. Niet dus, want de volgende dag doen we net of we alle adviezen van rangers en kenners van het gebied niet gehoord hebben en halen we elkaar een beetje over om een 4x4 track te gaan doen met onze bus met 2-wielaandrijving… Tja, soms denken we dat we van alles kunnen met onze ‘Golfbal’… Na ontzettend veel gehobbel, gebobbel, geslip, geschuif en stof in de auto komen we na 130 kilometer corrugations road (zie tekening) aan bij Kings Canyon.

Bij Kings Canyon hebben we 7 kilometer gewandeld en dat was vet! Het was voor ons de eerste echte goede canyon die we zagen. Wel merkten we dat we niet meer over conditie kunnen praten, vooral niet na een steile klim van 100 meter *kuch-buitenadem-kuch*.

Daarna was het toch echt tijd voor Uluru oftewel Ayers Rock oftewel die dikke grote rode steen midden in de Outback! We besluiten er omheen te lopen (11km) en niet te beklimmen in verband met de wens van de Anangu (de stam van de Aboriginals die hier leefden en de route omhoog als heilig zien). De wandeltocht die we maken is lekker rustig, want iedereen die er wel op klimt heeft geen puf meer over om er omheen te lopen. Aan het eind van de dag hebben we zelfgemaakt diner bij zonsondergang bij de rock; genieten! In totaal spenderen we twee dagen bij Uluru en wandelen we wat af, onder andere naar Mutitjulu Waterhole. Dit water ligt in een kloof in de rots die de Aboriginals gebruiken om dieren in te drijven bij de jacht, onderweg zien we nog enkele grotschilderingen die stammen uit de tijd dat de jonge jongens les kregen in de kunst van het jagen. Indrukwekkend. Als laatste rijden we nog één keer om Uluru heen; dit gaat een stuk makkelijker en sneller dan lopen.

Na Uluru gaan we in rap tempo richting het zuiden, richting Adelaide. Alhoewel rap? Wij hebben wat dat betreft meer het tempo van een Grey Nomad dan van een Backpacker.

Een aantal opmerkelijke gebeurtenissen in die tijd: een emoe die ons de kaas van de snijplank pikt; een elektricien die uit het niets komt aanrijden en andere backpackers helpt met het starten van hun bus en hun zo een dikke sleepauto-rekening bespaart; drie avonden Pasta di Papa; een stad onder de grond omdat het in de zomer té heet wordt; regen na acht weken droogte; verrassend grote zoutmeren; ijsjes van $6,- per stuk; met 14 graden ’s ochtends buiten ontbijten…

Wij dachten dat de Outback kaal, zanderig en stil zou zijn. Nou bijna het tegenovergestelde was waar! Overal waar we reden was begroeiing bijvoorbeeld. Niet alleen lage struikjes of gras, maar soms ook hele bossen! Niet echt de zanderige woestijn die wij in onze gedachten hadden. Stil was het wel, maar ook weer niet. Als je buiten de bus zat te luisteren hoorde je van alles: vliegen, vogels, de wind, koeien, geritsel in de struiken, etc. Heerlijk rustig, dat wel!

Voordat we definitief terugkeren naar Adelaide besluiten we om nog een paar dagen volop te genieten van Australië door een drie-daagse-stop te maken in de Flinders Ranges. Het is een stuk omrijden (zo genieten we nog wat langer van onze gemaakte bus), maar zeker de moeite waard: superveel kangoeroes, heel mooie natuur, een negen kilometer wandeling, de grootste sterrenhemel die we tot nu toe hebben gezien en als klap op de vuurpijl drie vader-emoes met 12 emoe-baby’s! De vaders zorgen voor de kinderen totdat ze groot zijn en omdat wij aan kwamen lopen joegen de vaders de kinderen op met één of andere dans. Mooie afsluiting dus van onze trip in Australië!

Uiteindelijk reden we door groene weiden en met slingerende wegen terug naar Adelaide, waar het aanvoelde als een soort van thuiskomen in een leeg huis, aangezien er niemand op ons wachtte. Direct begonnen met het verspreiden van verkoopaffiches, want we hadden ‘maar’ vier weken om de bus te verkopen… Dag twee: verkocht! Bam. Heerlijk! Vanaf toen hebben we bij Adelaide Travellers Inn gelogeerd, want daar kenden we de baas en receptioniste. Ze hadden daar toevallig schoonmakers nodig en een receptionist(e) voor op de zondag, dus Sander en ik konden werken voor gratis accommodatie! Wat een geluk allemaal!

Sander kreeg na een paar dagen nog een baantje voor het maken van een website voor de winkelstraat waar het hostel in staat en vanaf toen deed Anne alle taken voor de gratis accommodatie. Naast werken veel uiteten geweest en op stap met gezellige mensen van het hostel. Voor de rest niet zo heel veel gedaan in Adelaide, wel nog naar de Adelaide Royal Show geweest. Een supergroot evenement waarbij het eigenlijk zo is dat het platteland naar de stad komt: koeien, geiten, schapen, alpaca’s, varkens, etc. in stallen met allerlei wedstrijden in verschillende categorieën (beste melk; mooiste vacht; luidste gemekker). Plus een dikke kermis, een tentoonstellingshal, bloemschikdemonstraties, doedelzakoptredens, lammetjes aaien en een biggenrace en het spektakel is compleet!

Drie weken in Adelaide gingen vrij snel voorbij en we zitten nu alweer in Nieuw Zeeland voor een paar dagen! Daar hebben we ook al het één-en-ander beleeft, maar daarover later meer!

Doei! Sander & Anne

Reacties

Reacties

Jasper

U


(een verhaal om "U"tegen te zeggen)
Cheers! Jasper

Haaksbergen clan - wassenaer

super... echt weer een superverslag! Liefs van hier

Bas

Jaja, goed bezig. Dat hele Australie is goed bevallen zie ik, mooie verhalen! Veel plezier in Nieuw-Zeeland, of als jullie daar niet meer zitten, de volgende bestemming (Zuid-Amerika toch?). Groet uit Hiroshima!

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!